Doorgaan naar hoofdcontent

Abelstok, van dorpsbos naar mosbos

Kromme Raken bij Abelstok, west van Mensingeweer
Abelstok, wie heeft er ooit van gehoord? Volgens oude sagen was hier de plek waar Abel met zijn polsstok iets te ver over de Kromme Raken sprong. Geen mens zag hem weer maar of dit zo was? Waarschijnlijk stond er gewoon een stok die de doorwaadbare plaats aangaf. Voor KNNV Groningen gaat het echter om het dorpsbosje, zuidelijk van de weg van Mensingeweer naar Wehe den Hoorn en naast het gemaal Abelstok.
Eens een rijke boomgaard, nu bijna oerbos

Rijk fruit, eens voor ons, nu voor de natuur. Schimmels op appel.

Het dorpsbos werd in 1924 aangelegd als appel- en perenboomgaard. Vanaf de jaren zeventig gaat het niet goed met boer en goed. De oude eigenaar overlijd, zijn erfgenaam laat het bos verwilderen en een koper verdwijnt bijna in het cachot. Hippies en hillbillies weten er wel raad mee en maken biologisch zeer verantwoorde moes van het ooft. Maar het plaatselijk gezag houdt niet van appelmoes en biologische peren en stuurt de commune het bos uit. Als tenslotte ook huis en haard afbranden rest er niets dan woeste natuur. Zo rijk gezegend met fruit dat merel en kramsvogel er niet tegen kunnen eten.
Kalkbekertje (Craterium sp), een slijmzwam op perenblad

Groot kalkschuim (Mucilago crustacea), een forse slijmzwam

Twee soorten slijmzwammen, blauwe toverballen van Parelmoerkopje (Lamproderma sp) en een Kristalkopje (Didymium sp)

Rond de vroegere gaarde staan nu wat populieren, wilgen en essen. Deels nog fier overeind, deels neergestort. Weggezakt in de vette zeeklei en overgegeven aan gezwam. Papierzwam, groene schelpzwam en fluweelpootjes zijn nog overal te vinden. Veel kleiner zijn de bizarre slijmzwammen. Geen schimmel maar een microben verslindende slijmige massa die uiteindelijk overgaan in fraai gevormde sporendragers.

Mosbos, oude perenboom in een groene jas

Haarspitsmos
Gebogen vedermos

Abelstok was eens een dorpsbos, het is nu een mosbos geworden. Dat was ook de reden dat Dirk Blok zijn excursie diep het bos in voerde. Boomstronken zijn hier eindelijk eens niet overwoekerd met het overal voorkomende klauwtjesmos. Fijn laddermos hangt als een modieus gewaad over boomlijken gedrapeerd. Op de zware klei groeit op een enkel plekje het bekende gazonmos, door bryologen haakmos genoemd. Veel fraaier is het Haarpuntmos. Groot en met bolle blaadjes die in een fijne punt uitgetrokken zijn. Op steilkantjes groeit een andere klei specialist: gebogen vedermos. Lid van een bijzonder geslacht van topkapselmosjes met een soort van vlag boven op de nerf.

Mogelijk gewone haarmuts

Broedkroesmos, toppen van de stengels met bruine broedkorrels

Wil je het echte mosbos ervaren dan zal je door moeten lopen naar het fruit. Bij de appels begint het al. Donkergroene plukjes staan parmantig op de dunste twijgjes. Veel zijn haarmutsjes, zonder of met oude kapsels en zo niet verder op naam te brengen. Maar er zit ook broedkroesmos. Wil je snel een tak of boom kunnen begroeien dan kost het wel erg veel tijd om te wachten tot sporen rijp zijn. Met ook nog eens de kans dat ze allemaal een andere kant opwaaien en zonder enige overlevingskans een droevig einde tegemoet gaan. Broedkorrels zijn feitelijk niets anders dan een verzameling kiemcellen die afvallen en meteen uitgroeien tot een nieuw mosplantje.

Fraai haarmos, altijd op de grond maar in Abelstok boombewoner

Helmroestmos, op een populier

Achterzijde takje helmroestmos met "flesjes"

Bleek boomvorkje op perenboom
Palmpjesmos op perenboom

Topper is echter het perenwoud. Woest, gekromd, takken naar de grond neigend en helemaal gehuld in groen. Mossoorten die altijd op de grond groeien zoals gewoon sterremos, fraai haarmos en gewone gaffeltand kiezen hier voor een verheven groeiplaats. Palmpjesmos hangt als een wijde mantel om de stammen. En daartussen het kleine grut. Gedrongen kantmos (het bekende platgeslagen sintereklaasmutsmos), meestal algemeen, groeit hier alleen in kleine plukjes. Daartussen het bleek boomvorkje. Een levermosje zonder stengels en feitelijk niets meer dan een gevorkt groen flapje.

Honderd jaar geleden lag hier een door weer en wind gegeselde akker. Niemand zal toen ooit hebben kunnen vermoeden dat hier een mosbos zou verschijnen. Een bedevaartsoord voor bryologen.

Meer lezen over Abelstok? Lees dan "De hippies en hillbillies van Abelstok".

Reacties

  1. Met grote interesse je informatie zitten lezen Kees. De foto's spreken boekdelen en zijn erg fraai.
    Groeten,
    Roos

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Kees,

    ook dit blog staat weer vol met prachtige wonderen van de natuur.
    Leerzaam en zeer interessant.

    Ik wil je ook een paar hele fijne Kerstddagen toewensen en een mooi en liefdevol 2016.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heel mooi die piepkleine zwammetjes en mosjes. Als je goed om je heen kijkt is er op de grond en op boomstronken ook van alles te zien
    groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak