Doorgaan naar hoofdcontent

Modderig leven in Moddergat

Modder in Moddergat, laag water op het Wad
Moddergat, een betere naam voor dit gehucht aan de Noordfriese kust is nauwelijks denkbaar. Achter de dijk dommelen enkele kleine huisjes in de zon, voor de dijk een eindeloze modderige vlakte. Rotganzen vliegen rondjes, tureluurs stappen tevreden rond in de prut en het slik blaast belletjes terwijl het water zich nog verder terugtrekt.

Moddergat, een streekdorp langs de zeedijk

Wadvlakte achter de dijk met een vervallen strekdam
Moddergat was eens een bruisend vissersdorp maar zou nooit meer herstellen van de grote ramp in 1883. Van de 22 trotse schepen kwamen er 18 nooit meer terug na een vliegende storm. Tot overmaat van ramp verschoof de vaargeul steeds verder naar het westen, Moddergat werd een vissersdorp zonder haven en zonder vissers. Forenzen en toeristen kwamen er voor in de plaats, genietend van prachtig gerestaureerde huisjes, het museum en vooral het fenomenale uitzicht over het wad.

Wadslakjes

"Weiland" van Kiezelwieren, er op grazende Wadslakjes

Kiezelwier (diatomee), 200 x
Mijn aandacht gaat echter richting het slik. Wat leeft er in, op en van de modder in Moddergat. Direct onder aan de dijk ligt het antwoord letterlijk voor het oprapen. Achtergelaten door de vloedstroom zakken de laarzen weg in een centimeters dik pakket schelpjes. Het zijn minuscule Wadslakjes geweest. Miljoenen diertjes, slechts 5 millimeter groot, die al grazend over en door het slik zijn gekropen. Ze zijn niet geïnteresseerd in zeekraal of zeewier. Zij gaan voor kiezelwieren. Als bruine mat zichtbaar op het drooggevallen slik. Pas met hulp van een microscoop is te zien dat het miniatuurtjes in een rechthoekige of puntige vorm zijn. Twee kiezelschaaltjes en daarbinnen het celplasma en organellen waarin de slak geïnteresseerd is.

Muiltje, bovenzijde

Muiltje, onderzijde, er in een klein Wadslakje

In het schelpengruis ligt een restant van een tweede grazer, een reus vergeleken met de Wadslakjes. Het is een Muiltje, een forse slak met een mutsvormig huis die alleen gewonden is aan de top. Aan de onderkant is een halfgesloten witte plaat zichtbaar als afsluiting van de schelp. Deze dieren zakken weg in het zachte slik van Moddergat, zij zoeken een wat steviger bodem als "weiland". Vermoedelijk is deze schelp door de stroming meegesleept en hier achter gelaten.

Bont gekleurde Nonnetjes

Kokkels

Platte slijkgaper

Tussen de Wadslakjes en overal in het slik verborgen liggen grotere schelpen van filteraars. Bont gekleurde Nonnetjes, gegroefde Kokkels en gladde schelpen van Platte Slijksgapers. Toen ze nog leefden zaten ze net onder de wadbodem verborgen. Met een inlaatsiphon als stofzuigerslang werd water naar binnen gehaald, gefilterd en zonder organische deeltjes weer naar buiten geblazen. Scholeksters, Strandlopers, Wulpen en Tureluurs zijn verzot op deze schelpdiertjes.

Oude strekdam, Moddergat

Mossel met zeepokken en Kokkels

Japanse oester

Vanaf de kust bij Moddergat steken kleine dammetjes van houten palen de zee in. Eens gebruikt om kwelders te beschermen tegen te sterke stroming of nieuw land te winnen zijn ze nu overgeleverd aan de tand des tijds. Verweerd, verbleekt en overal "begroeid" met Mossels en Japanse Oesters. Ook zij zijn filteraars maar leven niet ingegraven in het slik. Vastgehecht aan hout, stenen of elkaar kunnen ze stromend water uitstekend de baas en zijn daarmee verzekerd van een dagelijkse portie vers voedsel.

Modder in Moddergat, zelfs een monsterpotje wordt opgeslokt door het slik

Modder in Moddergat, leven in de prut. Voor een bioloog een bijzondere uitdaging.


Reacties

  1. Wat leuk zeg … ik was daar nog vorige week, prachtige plek!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooie plek Kees, er was erder ook nog een winkeltje (jaren 80) en na de ramp is de vereniging "Vissers hulp in Nood" opgericht die nog steeds bestaat!!

    groeten Meint

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Leuk blog. Ik ben er ook eens ooit geweest en herken je verhaal. Mooi om het door jouw biologisch-geschoolde blik te zien.
    Groeten, Gonnie

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Mooie foto's Kees.
    Prachtige plek lijkt mij dit, en heel veel te zien.
    Foto 2,3 en 12 vind ik echt super.
    Groetjes Irma

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een fotogenieke plek, vooral die strekdammetjes....maar ik zie het, modderig is het wel.
    groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Een bijzonder stukje waddenkust Kees met een rijke historie, mooi dat je daar ook aandacht aan besteedt.
    Leuk al die verschillende schelpdieren die je beschrijft en met mooie foto's illustreert.
    Al met al weer een leerzaam blogje.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Hoi, Kees,
    Ja Moddergat, lange tijd niet meer geweest helaas. Prachtig plekje en veel te zien!
    Ik moet er maar weer eens op af.

    Groet, Ubel.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. prachtige serie Kees!
    met name de schelpen en de info daarbij vind ik bijzonder interessant (destijds tijdens de colleges niet voldoende opgelet denk ik ;) ). reden te meer om ook zelf weer eens naar de prachtige waddenkust te gaan, want wat is het daar toch mooi!!
    groetjes Nathalie
    d

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak