Doorgaan naar hoofdcontent

Albatros, koning van de zuidzee

Reuzenalbatros
Jan van Genten zijn bijzondere duikers, pijlstormvogels zijn magnifieke vliegers maar niets gaat er boven albatrossen. Majestueus zwevend, de vleugels strak, schijnbaar moeiteloos in de lucht hangend. Voortdurend   de kop draaiend op zoek naar wat eetbaars.'s Avonds bij het donker worden hangen ze naast je schip en de volgende ochtend lijken ze op dezelfde plaats te zijn gebleven. Soms even naar achter en dan weer snel positie innemend.
Wenkbrauwalbatros broedend in de kindercreche van Rotsspringers

Wenkbrauwalbatros met jong

Wenkbrauwalbatros, jong

De Wenkbrauwalbatros of Mallemok is de meest algemene soort.  Meestal boven de zuidelijke IJszee te vinden maar soms afdwalend naar noordelijke wateren of zelfs even poolshoogte nemen boven het Beagle Kanaal. Broeden doen ze op allerlei subantarctische eilanden en dat bij voorkeur niet alleen. Op Westpoint Island (westelijk Falkland) krijgen ze zelfs gezelschap van Rotsspringers, kleine, roodogige pinguins. Het ene ei wordt uitgebroed op een troon van klei. Elk jaar verder opgebouwd totdat ze letterlijk boven de hoge Tussock graspollen uitsteken.
Reuzenalbatros, sfeerbeeld South Georgia

Reuzenalbatros, begroeting bij het nest

Veel zeldzamer is de Reuzenalbatros. Met drie meter spanwijdte is het de grootste vogel ter wereld, groter dan de Zuidamerikaanse Condor. De eerste jaren van zijn leven komt de Reuzenalbatros niet aan land. Rusten doet hij op zee. Vooral de populatie van Zuid-Georgië wordt met uitsterven bedreigd omdat ze buiten de broedtijd voedsel zoeken voor de Zuid-Amerikaanse kust. Honderden verdrinken daar door te duiken op het aas van lange vislijnen die gebruikt worden voor het vissen op tonijn.

Albatros, koningen van de Zuidzee en onvergetelijk als je eenmaal de kans krijgt om ze vanaf zee te zien.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak