Doorgaan naar hoofdcontent

Anloo: volg de beek vanaf Sint Magnus

De oude, aan Sint Magnus gewijde, kerk van Anloo doet nog steeds wonderen voor het idyllische dorp in het hart van het beekdallandschap Drentsche Aa. Graaf Magnus Erlendsson, geboren op de Schotse Orkney Eilanden, is ruim honderd jaar na de bouw van het schip van deze kerk overleden op 16 april 1117. Tijdens zijn leven was het een godvrezend man maar pas na zijn dood zou zijn mystieke kracht zich openbaren. Onvruchtbare grond begon te bloeien en zieken werden plotseling genezen. In Anloo gaat de verering van Magnus mogelijk terug tot een Germaanse verering van de bron van het Anloërdiepje. Een plaats voor offers werd na de kerstening getooid met een eerste kerkgebouw. Wat er vervolgens gebeurde is verborgen in de nevelen van de vroege Middeleeuwen.

De Magnuskerk geeft nu karakter aan Anloo. Centrum van het dorp met een enorme aantrekkingskracht op toeristen en daarmee inkomstenbron voor de lokale horeca. Om het nog aantrekkelijker te maken is het oorspronkelijke landschap vrijwel intact gebleven. Direct tegenover de voordeur van de kerk begint een aangegeven wandelroute. Als twee armen omsluit deze het Anloërdiepje. Beginnend aan de noordzijde en teruglopend langs de zuidzijde. Zandpaden volgen de lijnen van houtwallen. Voortdurend zijn er nieuwe doorkijkjes op het diepje.
En wilt u dichterbij? Vlak voor het einde van de eerste arm is er een mogelijkheid om een klein pad linksaf het weiland in te gaan. Met een bruggetje steekt u het smalle riviertje over en gaat dan meteen weer rechts. Volg het diepje door het bronbosje en over een smalle plank. Ratelaar, Breedbladige Orchis en Kamgras staan nu volop in bloei. Let bij het laatste stuk ook op de prachtige Beekjuffers die als in een spel dartelen boven het water.

Vanaf de Gasterense Duinen voert het pad langs de andere oever weer terug. Oude, knoestige eiken laten zien dat het oude houtwalbeheer hier nog lang doorgegaan is. Vlak voor de weg naar Gasteren kunt u weer door de weilanden teruglopen naar de lokkende toren van Sint Magnus en zijn gerieflijke  terrasjes.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak