Doorgaan naar hoofdcontent

Leinewijk, water en land in harmonie

Fuut, Leinewijk
Tussen Kropswolde en het Zuidlaardermeer ligt Leinewijk. Op de weg naar de parkeerplaats staat een man op een laddertje. Hangend op één elleboog kijkt hij door een glasloos ruitje van een gestrand plezierjacht. Wat lijkt op een éénzijdige consversatie zal vast en zeker een gesprek met de verborgen eigenaar van het bootje zijn. Alles straalt rust uit en dat geldt zeker ook voor het nieuwe natuurgebied. Loom klapwiekt een buizerd uit een boom en een  rietgors vliegt over het enige wandelpad. In de verte torent de kijkhut van het Groninger Landschap boven het riet uit, wachtend op bezoek wat op een werkdag niet komt. Aan de westkant het meer waar talingen, smienten en futen de plaats innemen van de talrijke zeilboten die er over een paar maanden weer de dienst gaan uitmaken. In de polder staat het water hoog tot groot plezier van enkele dobberende Grauwe Ganzen. Twee poetsende Grote Zaagbekken staan op het strandje waar binnenkort Tureluurs en Kleine Plevieren rondstappen. Na de inrichting tot natte natuur is er een grote plas met een eiland ontstaan waar zelfs vossen niet kunnen komen. Bij de uitkijktoren buigt het pad naar het oosten, richting een watermolen. In de sloot drijft een echtpaar Fuut, tevreden elkaar aankijkend, zeker van elkaar en vol van goede plannen voor een mooi nest. 

Voorbij de molen krijgt de wandelaar de keus om het fietspad te volgen of dwars door het weiland naar de weg terug te lopen. Schotse Hooglanders en een grote verzameling, min of meer, Grauwe Ganzen zijn vergeten dat ze het fort moeten bewaken en kijken alleen maar wat verstoord als de bruingejaste wandelaar hun gebied inloopt. Alleen een Haas en wat Putters vinden het maar niets, op lange poten en korte vleugeltjes zoeken ze snel een ander plaatsje.Na het hek en het schelpenpad verandert de wereld. Het groot kapitaal heeft hier kolossale villa's neergezet. Maar wel met een fantastische uitzicht over een wereld waar op deze voorjaarsdag water en land in harmonie zich koesteren in de middagzon.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak